De werkgever heeft een inspanningsverplichting de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden, dus ook door contracten voor bepaalde tijd.
De werkgever dient in de periode van 18 maart t/m 31 mei 2020 geen verzoek bij UWV te doen voor toestemming om de arbeidsovereenkomst(en) op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen.
Let op: als de werkgever in de periode 18 maart tot en met 1 april 2020 een ontslagaanvraag doet, hij een subsidieaanvraag indient en hij de ontslagaanvraag niet (tijdig) intrekt, wordt de subsidie verlaagd met 50%, berekend over de loonsom van de werknemers voor wie toestemming tot opzegging is aangevraagd. Het uiteindelijke subsidiebedrag wordt verminderd met het loon over januari van deze werknemers x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9. Het is hierbij irrelevant of UWV de ontslagaanvraag toekent of afwijst.
Een ontslagaanvraag ingediend in deze periode kan tot en met 9 april 2020 worden ingetrokken zonder oplegging van een sanctie.
Op een ontslagaanvraag die bij UWV is ingediend om bedrijfseconomische redenen in de periode tot en met 17 maart 2020 wordt dus geen sanctie toegepast.
Als de werkgever op of na 2 april 2020 een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient, dan zal UWV bij de beoordeling daarvan de NOW meewegen. Dat betekent dat de werkgever bij de ontslagaanvraag aannemelijk zal moeten maken dat (en waarom) de NOW in zijn geval geen voor de hand liggende oplossing zou bieden.
De werkgever is verplicht de subsidie volledig aan te wenden voor het betalen van de loonkosten. De subsidie mag dus niet voor andere zaken worden gebruikt.
De werkgever is verplicht de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of bij ontbreken daarvan de werknemers, te informeren over de subsidieverlening.
De werkgever heeft de verplichting het onverwijld mee te delen als duidelijk is dat hij niet langer aan de vereisten voor de subsidie voldoet. Let op: de Belastingdienst en UWV wisselen gegevens uit ter verificatie van de door de werkgever verstrekte informatie.